HORMONEN

Hormonen zijn vervelend. Nee, vervelend klinkt wat lafjes.. vreselijk geniepige krengen zijn het. Ze kunnen me het gevoel geven alsof de wereld onder me vandaan wordt getrokken. Alsof heel fijn zand een weg vindt waar het van mij vooral niet gaan mag. Het jeukt, is irritant en ik word er nijdig van.. ‘Ziet niemand dan hoe verschrikkelijk het is om niet gezien te worden? Alsof het normaal is dat je een bedrijf runt, de zorg van je kinderen en stiefkinderen tot je neemt, het huishouden bijhoudt, het eten elke avond op tafel staat, een studie erbij doet , je man begeert, de hockey-, voetbal-, zwemles, coach en logopedie afspraken nooit mist en elk schrammetje en ingegroeide teennagel vol liefde omarmt? Nee, dat is potjandorie niet normaal en ik heb er genoeg van! Horen jullie dat; GENOEG!!!’

Zo. Dat lucht op. Herkenbaar? Ik denk het wel. We hebben ze immers allemaal, hormonen, ook wel door mij demonen genoemd, zitten in alle prachtige vrouwenlichamen. En we kunnen niet zonder, ze volbrengen elke dag zeer ernstige taken die van levensbelang zijn.

Er zijn van die vrouwen waar het kennelijk altijd mee voor de wind gaat. Je weet wel, van die zondagsvrouwen. Ze zijn aardig, correct, intelligent, maken de juiste grapjes op (heel belangrijk) het juiste moment, zien er altijd stralend uit en zijn geliefd. En ik kan deze ogenschijnlijk uiterst vriendelijke vrouwen nooit betrappen op een vrouweigen demoon. En dat ervaar ik als zeer hinderlijk zodra ik last heb van mijn vreselijk geniepige krengen. Deze vrouw wordt in mijn brein bestempeld als onbetrouwbaar. En zodra een zeker persoon in deze kamer in mijn brein is beland, ervaar ik issues met deze dame is kwestie. Ik ga er namelijk alles aan doen om haar op een vrouwvriendelijk en menselijk demoontje te betrappen. Want hé, zij is ook slechts mens.

Op het hockeyveld huppelen meerdere zondagsvrouwen rond. Ze hebben alles perfect op orde, vergeten nooit drinken voor hun sportende koters mee te geven en kennen alle spel- en gedragsregels als hockeymoeder. Afgelopen seizoen heb ik er drie gebombardeerd tot onbetrouwbaar. 

Een daarvan is Suus. Echt een leuk mens, spontaan, goed hoofd, lekkere Rotterdamse babbel, kent iedereen op het huppelveld en regelt alles voor haar dochter en het team waarin haar dochter speelt. Haar man wordt op dag 1 door haar gebombardeerd tot coach en wat is iedereen haar dankbaar. Haar man is niet het type ADHD-ik-heb-te-veel-energie maar wat zijn we blij dat we niet moesten tossen om die rol als coach. Het hele jaar door weet ik haar niet te betrappen op één minuscuul vrouwlieflijke snauw of dodelijke-ik-bijt-je-hoofd-er-af-blik, ze is zo stabiel als een fossiel. 

De laatste wedstrijd van het seizoen spelen we uit en tijdens de wedstrijd sta ik tegen het hek geleund naast Suus. Opeens hoor ik een prrrrrrtssss geluid en ik kijk verwonderd mijn buurvrouw aan. Het is alsof ik naar een hert in koplampen kijk. Suus heeft zojuist het allerliefste windje ooit gelaten. Ik kijk haar glimlachend aan en zeg; 'eieren als ontbijt gehad?' Waarop Suus sist; 'ik heb zojuist mijn onderbroek vol gepoept, ik moet nu naar huis.' Ze draait zich om en loopt wijdbeens met een hoofd als een tomaat richting de parkeerplaats. Opeens realiseer ik me dat ik nog mijn Pavone slips in de auto heb liggen van een fotoshoot die week en ren achter Suus aan. De perfecte Suus met maatje S accepteerde die dag dat ik haar redde van een gênant moment. En ik heb ervan genoten te mogen realiseren dat we allemaal lekker onvolmaakt zijn inclusief mijn zondagsvrouw Suus met een slip vol poep.

Liefs,

Janneke

Wees de eerste om te reageren...
Laat een reactie achter